Sinds 2008 heeft een aantal auteurs een reading bij mij gekregen en daar een stukje over geschreven. Die stukjes vind je hier.
Categorie: Schrijvers lezen
Auteurs schrijven over hun reading bij Joost Brummelkamp. Deel X: Elke Geurts.
Dat is waar ook!
Vandaag zal ik te weten komen wie ik ben. En dat maakt me nerveus. Naar deze informatie ben ik al zo lang op zoek. Nu zal helderziende Joost het me gewoon recht in mijn gezicht vertellen. En dat zal ik dan zijn.
Wie weet wat voor duister gedrocht hij in mij zal herkennen.
Zodra ik uit de bus stap, betrekt de lucht, begint het te hozen en raak ik de weg kwijt. Een kwartier te laat sta ik, druipend, voor de deur van helderziende Joost en bedenk dat het universum natuurlijk had willen voorkomen dat ik mijn ware zelf leerde kennen. Nog voor ik me om kan draaien, zwaait de deur open.
Voor een keer een auteur die geen reading wil: Jan van Mersbergen.
Ik…
… kreeg een mailtje waar boven stond: Aanbod, verzoek, voorstel, idee. Het mailtje was afkomstig van Joost Brummelkamp, een reader die al een flink aantal schrijvers een reading heeft gegeven waarna deze schrijvers daar een stukje over hebben geschreven op zijn site. Het aanbod luidde als volgt: Heb je zin om een reading te krijgen in mijn praktijk en daar als tegenprestatie een stukje over te schrijven?
Ik heb helemaal geen behoefte aan een reading, en ook niet aan inzichten en allerlei andere mogelijke gevolgen.
Auteurs schrijven over hun reading bij Joost Brummelkamp. Deel IX: Willemijn Dicke.
De eerste keer dat Joost mij uitnodigde voor een reading in ruil voor een stukje zei ik dat ik nu voor te veel keuzes stond, en dat ik zo’n reading er even niet bij kon hebben. De tweede keer dat hij het vroeg, ongeveer een jaar later, zei ik dat het nu eindelijk uitstekend met mij ging, alles in balans en helemaal blij, en dat ik zo’n reading echt niet nodig had. Voor je het weet begint het gedonder weer, toch?
Auteurs schrijven over hun reading bij Joost Brummelkamp. Deel VIII: Michel van Eeten.
De Helderziende
Toen ik vertelde dat ik naar een helderziende ging, maande mijn vrouw me aan wel eerlijk te zijn tegen de man.
Maar het mooie van deze helderziende bleek dat je niet tegen hem kon liegen. Niet doelgericht, in ieder geval.
De helderziende heet Joost. Na afloop van onze sessie vroeg ik hem hoe hij zijn beroep benoemde. Hij zei: ‘Energie-reader.’ Dat lijkt me een geschikte naam voor een relatiegeschenk van Nuon. Of misschien voor de meteropnemer, wanneer managers besluiten dat de functieomschrijving ‘meteropnemer’ in al zijn nauwkeurigheid iets te weinig allure uitstraalt. Ik vond het enigszins ontsierend, misschien omdat ik die voorliefde niet begrijp voor het rondstrooien van brokjes Engels.
In het afgelopen jaar heeft Joost een kleine schare webloggers en schrijvers op bezoek gehad. Hij nodigt ze uit. De afspraak is: hij leest je energie en jij schrijft er een stukje over. Die stukjes plaatst Joost vervolgens op de site van zijn praktijk. Een van de sympathiekere vormen van marketing.
Auteurs schrijven over hun reading bij Joost Brummelkamp. Deel VII: Ingmar Heytze.
Ik zit op een stoel in een rustige kamer in het heelal. Een man daalt af in mijn ziel. Het woord ‘ziel’ gebruik ik bij gebrek aan een beter woord, want ik weet eigenlijk niet wat een aura anders is. Ik kan ze zelf niet zien. Voor zover mijn ogen en hersens het kunnen zien, bestaan er geen aura’s – zoals er geen kleuren bestaan voor iemand die kleurenblind is. Als ik ooit iets zag dat een ander niet kon zien, waren het sluiers op mijn netvlies of een bliksemflits van hoofdpijn.
Waarom het beeld in me opkomt weet ik niet, maar terwijl de man zijn ogen dichtdoet om mijn aura beter te kunnen bekijken en me vraagt om mijn naam te herhalen, zie ik hem met een houten ladder een gat in dalen. Dat gat zal, vermoed ik, wel ergens bovenin mijn hoofd zitten. Ik kan me niet aan een zekere mate van opwinding ontrekken. Wat zal hij zien? Zou ik een vreemd aura hebben? Een rare, gestoorde ziel? En wat wil ik eigenlijk dat hij ziet: een doodnormaal aura, een ziel van dertien in een dozijn, een Opel Kadett-innerlijk? Dat zou ook niet erg vleiend zijn. Zou ik er nog snel iets aan kunnen doen? Hij heeft nu toch zijn ogen dicht! Is het mogelijk om je eigen aura zo voordelig mogelijk uit te laten komen? Kan je aura, zeg maar, zijn buik inhouden? Kortom, ik zit tegenover deze man en ik tob wat af, alsof ik, wanneer ik mijn ogen opendoe en naar beneden kijk, zal ontdekken dat ik opeens geen kleren meer aan heb. Mijn gedachten razen als muizen door mijn hoofd. Ik ben benieuwd of hij ze tegenkomt bij zijn afdaling in het grote, donkere landhuis van mijn geest.
Auteurs schrijven over hun reading bij Joost Brummelkamp. Deel VI: Merel Roze.
Joost moet een groot vertrouwen in de mens hebben. Met gesloten ogen zit hij tegenover me. Ik kijk hem aan. Een verdieping beneden me zit Charlotte. In zijn huis. Wie weet wat zij beneden allemaal uitspookt. Ik zou nooit zomaar met gesloten ogen tegenover iemand gaan zitten die haar ogen zelf niet gesloten heeft. Ik kan hem namelijk de hele tijd ongegeneerd aanstaren. Zelf zou ik altijd stiekem tussen mijn wimpers door proberen te kijken of die ander niet toevallig gekke bekken trekt. Of ik zou zo af en toe plotseling een oog opendoen. Als verrassingselement.
Joost niet. Joost zit met zijn beide voeten stevig op de grond, zijn handen op zijn bovenbenen, ontspannen met zijn ogen dicht. Onder zijn oogleden zie ik zijn ogen heen en weer gaan, alsof hij echt aan het lezen is. Want dat is waarom ik vanavond bij Joost ben. Hij gaat mij lezen. Niet mijn boek, maar mijn energie.
Auteurs schrijven over hun reading bij Joost Brummelkamp. Deel V: David Mulder.
In het kleine kamertje waar de reading plaatsvindt staan twee stoelen tegenover elkaar. Strenge designstoelen met hoge rugleuningen. Een moderne laptop met bijbehorend microfoontje staat te zoemen op een laag tafeltje ernaast. Ik geef toe, ik denk in clichés. Want nee, Joost ging niet gekleed in een wit gewaad toen hij de deur voor me opende (maar, voor wie het wil weten, in een spijkerbroek en een colbert met een streepje). En nee, de kamer ligt niet vol kussens, kleden en grote bergkristallen maar draagt een strakke inrichting, tamelijk minimalistisch uitgevoerd.
Hier luister ik gedurende anderhalf uur naar Joosts stem, kijk ik naar zijn bebaarde gezicht, zijn gesloten ogen en de geamuseerde trek om zijn lippen, die zo nu en dan openbreekt in een schaterlach; Joost lijkt steeds volledig verrast door de beelden die hij voorgeschoteld krijgt. Door mij.
Auteurs schrijven over hun reading bij Joost Brummelkamp. Deel IV: Gerbrand Bakker.
Ik zat pal voor het raam in dat Utrechtse straatje. De gordijnen waren open. De kinderen in de school tegenover de Aura Reading-woning konden mij open en bloot zien zitten. Daar was ik me steeds van bewust, dat ik daar doodstil zat, niks zei, een beetje knikte zo nu en dan en dat die kinderen in de school zich misschien wel afvroegen wat die man daar deed, zo op een doodnormale dinsdagmiddag, een doordeweekse dag waarop hun vaders aan het werk waren, om geld te verdienen. Zittend in een stoel, blijkbaar gericht op iemand anders die in dat kamertje zat. Of staarde hij naar de muur tegenover zich?
Nee, die man luisterde naar wat Joost Brummelkamp tegen hem zei. Joost Brummelkamp zei heel veel.
Auteurs schrijven over hun reading bij Joost Brummelkamp. Deel III: Walter van den Berg.
Er was dus wel wierook.
Voor ik bij Joost naar binnen stapte, dacht ik ferm: als er gekkigheid als wierook bij komt kijken, ga ik weer naar huis. Maar ik denk altijd iets fermer dan ik uit eindelijk doe, dus toen Joost me naar een kamertje bracht waar dus wel wierook stond te wieroken, ging ik netjes zitten.
Auteurs schrijven over hun reading bij Joost Brummelkamp. Deel II: Ramon Stoppelenburg.
Joost begint de sessie met het lezen van mijn roos, om een algemeen beeld van mijn energie te kunnen geven. Ik noem mijn eigen naam, zodat Joost zich kan concentreren op mijn energieveld – en niet de mogelijke energievelden van anderen om mij heen…
Bij deze auralezing leest Joost mijn energie die om mij heen hangt. Daar concentreert hij zich op. Soms maakt dat hem ook bijna een minuut stil. Soms barst hij opeens in lachen uit.
We bevinden ons in een voorkamertje op de eerste verdieping van een normale arbeiderswoning in Utrecht. Ik zit in een stoel met mijn rug naar het raam en Joost zit tegenover mij. In de hoek branden kaarsen. Naast ons staat een klein tafeltje met de laptop waarmee Joost direct audio-opnames maakt van de lezing.
Auteurs schrijven over hun reading bij Joost Brummelkamp. Deel I: Ivo Victoria.
Tijdens de sessie vraagt Joost Brummelkamp regelmatig naar mijn naam.
‘Ivo Victoria’, zeg ik.
‘Hallo, Ivo’, zegt Joost dan. Hij sluit de ogen en concentreert zich. Achter zijn gesloten oogleden zie ik zijn oogbollen bewegen alsof hij mij in gedachten scant. En waarschijnlijk is dat ook zo.
Ik heb geen idee wat ik mag verwachten. Ik heb nooit eerder mijn energie laten lezen, noch heb ik ooit mijn toekomst in handen van tarotkaarten gegeven, heb ik beslissingen genomen op basis van mijn horoscoop of ben ik ooit naar een show van Rasti Rostelli geweest. Et voilà, door alleen al die namen en praktijken te noemen doe ik Joost Brummelkamp een grote onrechtvaardigheid aan.