Auteurs schrijven over hun reading bij Joost Brummelkamp. Deel I: Ivo Victoria.
Tijdens de sessie vraagt Joost Brummelkamp regelmatig naar mijn naam.
‘Ivo Victoria’, zeg ik.
‘Hallo, Ivo’, zegt Joost dan. Hij sluit de ogen en concentreert zich. Achter zijn gesloten oogleden zie ik zijn oogbollen bewegen alsof hij mij in gedachten scant. En waarschijnlijk is dat ook zo.
Ik heb geen idee wat ik mag verwachten. Ik heb nooit eerder mijn energie laten lezen, noch heb ik ooit mijn toekomst in handen van tarotkaarten gegeven, heb ik beslissingen genomen op basis van mijn horoscoop of ben ik ooit naar een show van Rasti Rostelli geweest. Et voilà, door alleen al die namen en praktijken te noemen doe ik Joost Brummelkamp een grote onrechtvaardigheid aan.
Joost voorspelt niks. Hij adviseert niks. Hij belooft niks. Hij vraagt niks. Hij vertelt alleen maar wat hij ziet.
Het begint met een roosreading. Joost ziet je als een roos. Die roos is je levensloop, zo je wil. Joost beschrijft haar vanaf de wortel tot aan de bloem, die symbool staat voor de fase van je leven waarin je je nu bevindt.
Ik had me voorgenomen de beschrijving van mijn roos hier op te schrijven. Maar het is echt razend moeilijk om te vertellen wat Joost vertelt zonder dat het overkomt als een twijfelachtige new age-bedoening in de beste Ad Visser-traditie. Ik heb het op verschillende mensen in mijn vriendenkring uitgeprobeerd en in de meest gunstige gevallen waren wazige blikken en beleefde pogingen het gespreksonderwerp te veranderen mijn deel.
Maar feit is dat Joost mij en mijn levensloop vrij accuraat omschrijft. Dat is soms best een beetje eng maar hij vertelt het smakelijk, geanimeerd – had ik al verteld dat hij een buitengewoon sympathieke verschijning is? – en barst geregeld in lachen uit; mijn energie heeft duidelijk gevoel voor humor.
De conclusie van dit eerste deel is dat mijn roos op ontploffen staat. Er gaat volgens Joost een enorme energie van me uit, een enorme wil om al mijn blaadjes in de wereld te blazen. Ik wil iets nieuws, ik wil iets heel erg veranderen en ik ben het ook echt aan het doen. En wat ik wil komt recht uit mijn hart, ik heb nog nooit iets zo hard gewild.
Dat is inderdaad zo.
Joost sluit de roosreading af door met de ogen gesloten met zijn wijsvinger rond te draaien in de lucht, alsof hij op een onzichtbare iPod door mijn ziel scrolt.
Dan besluit hij zich te richten op de chakra’s die van mijn handen naar mijn schouders lopen. Op mijn schouders, achter mijn hart zit een belemmering die Joost toewijst aan een vrouwelijk appèl op beschikbaarheid, een roep om zorg. Vanuit mijn moeder wellicht.
Aan de voorkant zit de drang tot creëren, die heel sterk is en beetje bij beetje de belemmering afbreekt. Sorry, mama.
Maar het is geen afbreken, als in vernietigen uit woede of verdriet. Ik maak mezelf klaar om naar dat appèl te kijken als een mogelijkheid en niet als een belemmering.
Ik ben op weg. Ik kom geregeld op open plekken, waar niets is en ik niets herken en dus ook niet weet hoe ik verder moet. Vroeger zou ik snel rechtsomkeer gemaakt hebben, maar nu ga ik door.
Allemaal waar. Allemaal dingen die ik al wist.
Maarrrrrrrr. Dat doet er niet toe. Het doet er niet toe of wat Joost zegt waar is en of je het al wist. Het is geen wedstrijd.
Het is één lange denkoefening over wie je bent en wie je wil zijn. En dat is goed. Dat weet Joost heel goed in je op te roepen want die denkoefening, die bereidheid in jezelf om daar (anders) over te gaan nadenken ontstaat wel degelijk omdat hij dingen zegt die je raken en die, simpelweg, waar zijn. En: er is nog altijd een verschil tussen iets horen wat je altijd al wist en iemand iets over jezelf horen zeggen op zo’n manier dat je wat je eigenlijk al wist ook gaat aanvaarden om er vervolgens mee aan de slag gaan.
Ha, Ivo Victoria, heel boeiend allemaal maar kan ik dan niet net zo goed naar een psycholoog of psychiater? Ja, dat kan. Maar dat soort gesprekken gaan uit van het gegeven dat er een probleem is. Joost raad ik je aan als je gewoon, uit interesse, naar jezelf wil kijken en daarbij als inspiratie beroep wil doen op het gezichtsstandpunt van een ander. Jamaar, Ivo Victoria, dat kan ik toch ook met mijn lief, zo’n gesprek voeren? Nou. Ik ken uw lief niet, en laat het mijne dit vooral niet lezen, maareh: neen. Dat kan niet. Of beter: ik hoop dat mijn lief niet in mij kan zien zoals Joost. Ik wil ze nog niet kwijt, namelijk. Zo, Ivo Victoria, dat is straf. Ja, dat is straf. Ik vond het straf.
En dus vergeef ik het Joost graag dat hij er op het eind nog snel een healing achteraan jast waarvan mijn tenen bijna door mijn schoenen heen krullen – het enige echte Jomanda-momentje van een verder mooie en zinvolle ervaring.
Door Ivo Victoria, schrijver.
Geef een reactie